De kracht van vitamines en mineralen
Vitamines en mineralen worden vaak in één rubriek genoemd. Op webshops, tv-reclames of andere promotie hoor je vaak: 'vitamines én mineralen'. Toch is er een piepklein verschil tussen deze componenten. Het verschil heeft te maken met het scheikundige proces. Vitamines komen namelijk uit de levendige natuur en mineralen uit de dode natuur.
Vitamines worden door planten of dieren gemaakt, terwijl mineralen door planten moeten worden opgenomen uit de aarde of bij dieren uit voeding of water. Beide factoren zijn van essentieel belang in je lichaam. En omdat je lichaam deze stoffen meestal niet zelf kan aanmaken, ben jij hier meestal zelf verantwoordelijk voor.
In totaal bestaan er – tenminste dat men weet – dertien verschillende vitamines en veertien mineralen. Onder de veertien mineralen, zijn er nog 8 spoorelementen. Spoorelementen zijn een kleine groep mineralen, waarvan we een kleine hoeveelheid nodig hebben.
Mineralen
Magnesium |
Calcium |
Chloride |
Kalium |
Natrium |
Fosfor |
Spoorelementen
IJzer |
Mangaan |
Jodium |
Koper |
Zink |
Chroom |
Seleen |
Molybdeen |
De dertien vitamines worden ook verdeeld in 2 groepen; negen wateroplosbaren vitamines en vier vetoplosbaren vitamines. Het lichaam kan de wateroplosbaren vitamines moeilijk opslaan, omdat deze snel het lichaam verlaten via de urine.
Wateroplosbaren vitamines
Vitamine B1 |
Vitamine B8 |
Vitamine B2 |
Vitamine B11 (Foliumzuur) |
Vitamine B3 |
Vitamine B12 |
Vitamine B5 |
Vitamine C |
Vitamine B6 |
|
Vetoplosbaren vitamines
Vitamine A |
Vitamine E |
Vitamine D |
Vitamine K |